Wonen in Zuidplas Groene Hart ontwikkeling

Wonen in Zuidplas Nieuwerkerk a/d IJssel

-

Groenehart Archieven

Gemeente Zuidplas de nieuwe naam.


Plattergrond

De gemeente Nieuwerkerk ligt grotendeels op 19e-eeuwse poldergrond. Voor de droogmaking lagen er grote veenplassen, door mensenhanden ontstaan. Zo ligt de huidige woonwijk Zuidplas in het diepste deel van de Zuidplaspolder, tot 6 meter onder NAP. Een groot deel van het Groene Hart bestaat uit veengrond, die in de middeleeuwen in gebruik is genomen voor ontginning en bewoning. Vanaf het begin - en dat zal in Nieuwerkerk in de loop van de 13e eeuw geweest zijn - was het nodig om sloten te graven en sluisjes te bouwen voor de afwatering op de rivieren, in ons geval op de Hollandsche IJssel. Door de ontwatering klonk de veenbodem in, waardoor nieuwe methoden nodig waren om droge voeten te houden: rond 1400 werden de eerste windwatermolens gebouwd, die het water via sluizen buitendijks konden malen.
De zakkende veenbodem was niet het enige probleem. Naast landbouw en veeteelt, werd de grond weldra ook gebruikt om af te graven en na droging - turf - als brandstof te gebruiken. Niet alleen voor de eigen behoeften, maar vooral voor de energiebehoefte van de steenovens en in steden als Gouda en Rotterdam, waar de nijverheid bloeide. Aanvankelijk ging het om de bovenste veenlaag, later ook via baggeren (slagturven) om diepere lagen, waardoor plassen ontstonden tot 3 meter diep. In de 17e-eeuw verschenen de eerste plannen om de plassen tussen Nieuwerkerk, Zevenhuizen en Moordrecht, later tot aan Zuid-Waddinxveen, samen als Zuidplas aangeduid, droog te malen. Begin 19e eeuw was de situatie door deze "verderfelijke binnenzee" enkele keren zo kritiek, dat naast verbeterde bemaling er op landelijk niveau een serieus plan voor drooglegging van 4500 ha waterplas in 1824 werd aangenomen.



Waterstaatsingenieur J.A. Beijerinck werd belast met het onderzoek en de uitvoering. Alle woningen en resterende gronden in het gebied werden onteigend. Na jaren voorbereiding, vertraging door gebrek aan geld en andere problemen, werd - in een combinatie van wind- en stoombemaling - tussen 1836 en 1839 de Zuidplas drooggemalen. In 1843 kreeg de polder zijn eerste bestuur, en werd in Nieuwerkerk de polder Kortland - gelegen tussen Kortenoord, 's-Gravenweg, Kerklaan, Bostelweg, Groeneweg en Jonkerskade - verkleind tot een restant tegen de dijk.

Lange tijd werd in het Nieuwerkerkse deel van de polder met veel succes tuinbouw bedreven, maar de bevolkingsgroei na de tweede wereldoorlog eiste steeds meer grond voor woningbouw. In 1970 besloot de gemeenteraad definitief tot de bouw van 3000 huizen in de Zuidplaspolder, die in de periode 1976 - 1988 werden gebouwd. Uiteindelijk werd ook het dorpscentrum naar de nieuwe wijk Zuidplas verplaatst.

Literatuur:
J.A. Beijerinck, Geschied- en waterbouwkundige beschrijving der droogmaking van den Zuidplaspolder in Schieland. - In: Verhandelingen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs 1851-1852 6-38.
J.W. Schuddebeurs, De Zuidplas honderd jaar droog. - Moordrecht, 1939.
Adri den Boer, Van Cortlandt tot Zuidplaspolder. Nieuwerkerk aan den IJssel, 1981.
Adri den Boer, 'Cortlandt' is een historische naam. In: Toen & Nu (Nieuwerkerk aan den IJssel, 1989) 55-56.
Adri den Boer, Spoorlijn in Zuidplas zakte ook. In: Toen & Nu (Nieuwerkerk aan den IJssel, 1989) 56-58.
Adri den Boer, Nieuwerkerk aan den IJssel een beeld van een plaats (Zaltbommel 1995) t.o. foto 42.
Arjan den Boer, Nieuwerkerk aan den IJssel in vroeger jaren. (Hulst, 1993) 79-85.
Archief
Inventaris polderarchief
Zie ook:
polders, waterstaat
Nieuwerkerk aan den IJssel
Bron:2008 Streekarchief Midden-Holland
Aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend.

Zie voor meer nieuws de portal De Zuidplaspolder

dezuidplaspolder

Meld nieuws