Heat Transfer Fluid thermal Solar Panels

Klimaatdak / Energiedak ERDO bipv energie

De renovatie van vlakke bitumen / kunststof daken is vanaf nu een prachtige kans om uw gebouwen te verduurzamen. Met het innovatieve ERDO Klimaatdak combineert u een reeks eigentijdse eisen en voordelen in één oplossing. Energiewinning uit zonnewarmte en daglicht gaat samen met verlaging van uw koelkosten in de zomer. Als gebouwbeheerder profiteert u van de laagste onderhoudskosten en alle subsidievoordelen.

Energie advies/Klimaat/Energiebesparing
U als opdrachtgever kunt nu maatschappelijk en esthetisch verantwoord ondernemen. Maatschappelijk verantwoord, omdat er van duurzame energie gebruik wordt gemaakt bovendien zijn alle toegepaste materialen recyclebaar. Esthetisch, omdat er geen onderhoudsgevoelige en ‘zichtbare' elementen op het dak worden geplaatst.

Een dak als 'tropendak'
Het ERDO Klimaatdak is een lichtgewicht constructie die eenvoudig en snel op elk bestaand plat dak kan worden aangebracht. Het dak bestaat uit aluminium felsbanen die geleverd kunnen worden met amorfe zonnecellen. De banen worden door middel van lichtmetalen spanten op het dak bevestigd. Hiervoor is maar een klein aantal doorvoeringen in het bestaande dak nodig. Tijdens alle uitvoeringswerkzaamheden blijft het dak wind- en waterdicht. Door de enigszins bolle vorm doet het ERDO Klimaatdak denken aan een modern tropendak: energiewinning op duurzaam niveau!



Verlaging van koelkosten
Een ander voordeel van het ERDO Klimaatdak is de thermische isolatie in de zomer. Het zonlicht dat niet wordt geabsorbeerd voor omzetting in elektrische energie, wordt grotendeels weerkaatst. Het systeem werkt als een isolerende bufferzone. Dat resulteert in aanmerkelijk lagere kosten voor koeling in het gebouw.



Een bestaand plat dak zonder ERDO klimaatdak: Door de zonnestralen op het platte dak wordt het binnen erg warm.



Een bestaand plat dak met een ERDO klimaatdak: Doordat de zonnestralen op het klimaatdak grotendeels weerkaatsen en de onderruimte geventileerd is, blijft het binnen veel langer koel dit scheelt enorm in de koelkosten.

Plug & Play
De gehele energiecentrale op uw dak wordt stekkerklaar aangeleverd en aangesloten door een erkend installateur.





Lange levensduur, korte terugverdientijd
Het ERDO Klimaatdak levert niet alleen een belangrijke milieuwinst, maar ook een aantrekkelijk zakelijk rendement. Tegenover een vrijwel onbeperkte levensduur van het aluminium dak staat een levensduur van minimaal 30 jaar aan energieopwekking. Hierbij wordt momentel een terugverdientijd van maximaal 15 jaar gehanteerd op de meerinvestering, dit gebaseerd op de energieprijzen van juni 2008. ..

Levensduur per materiaal:
- dakgootbekleding min. 50 jaar
- onderconstructie min. 100 jaar
- felsbanen min. 100 jaar
- amorfezonnecellen min. 30 jaar
- kunststof dakdoorbrekers min. 100 jaar

Klik hier voor meer

Randstad Nieuws / News / Inside / Insight / Actueel / Magazine





































































































pagina.html?id=38884

Energiezuinige en innovatie bouwprojecten
12-03-2009
Zonne energie: Zonnepanelen in Energiedaken / Klimaatdak

Minister Van der Laan zal in oktober 2009 gebieden aanwijzen waar zeer energiezuinige en innovatie bouwprojecten op grotere schaal zullen gaan worden gerealiseerd.

Deze 'excellente gebieden' komen voort uit het Lente-akkoord van april 2008 tussen de ministers voor WWI, van VROM en partijen in de bouw.

In mei 2009 kunnen gemeenten samen met marktpartijen voor de eerste keer nieuwbouwprojecten voordragen als 'excellent gebied'. VROM/WWI zal het proces en de begeleiding van deze projecten ondersteunen. De projecten kunnen woningbouw en utiliteitsbouw omvatten.

Ervaring opdoen
De 'excellente gebieden' komen voort uit het Lente-akkoord voor energiebesparing in de nieuwbouw van april 2008. Met deze gebieden zullen overheden en marktpartijen op grote schaal ervaring opdoen met zeer energiezuinige en innovatieve nieuwbouw. Daarmee kan de nieuwbouw als geheel nog energiezuiniger gemaakt worden. Dit is belangrijk in verband met

de klimaat- en energiedoelen van het kabinet,
zoals beschreven in het werkprogramma 'Schoon en Zuinig'. Uiteindelijk moet alle nieuwbouw in 2020 energieneutraal zijn.

Criteria
Excellente gebieden worden geselecteerd aan de hand van diverse criteria. Ze moeten in elk geval zeer energiezuinig zijn, nog zuiniger dan volgens de regels voor nieuwbouw zoals die vanaf 2011 gaan gelden.
Verder moeten ze een bepaalde omvang hebben, kunnen rekenen op draagvlak van marktpartijen en een groot leereffect hebben.

Zwaardere eisen
In de excellente gebieden zal voor de nieuwbouw een scherpere energieprestatie-eis gelden dan landelijk van kracht is. VROM zal dit mogelijk maken door middel van een wettelijke regeling. Gemeenten kunnen daarmee de scherpere energieambitie die ze lokaal hebben afgesproken met de marktpartijen, ook wettelijk handhaven.

Inschrijven
VROM zal in mei 2009 de selectieprocedure en criteria voor de eerste ronde bekend maken. Meteen start dan de inschrijving voor de eerste ronde. Een commissie van deskundigen zal de ingediende voorstellen beoordelen. De minister voor WWI wijst dan in oktober de eerste gebieden aan. In 2011 volgt een tweede ronde, in 2013 een derde.






Energiebewust bouwen en wonen
Vraag en antwoord
Algemeen
Welke voordelen heeft energiezuinig bouwen?

Wat wil het kabinet?
Hoe belangrijk is goede ventilatie in woningen?
Wat is 'groene financiering'?
Welke rol speelt het energie-aspect in 'duurzaam bouwen'?
Kunnen gemeenten extra milieu-eisen stellen aan het bouwproces?
Wat is de subsidieregeling Duurzame warmte voor bestaande woningen?
Wat is Kompas, energiebewust wonen en werken?
Wat is de NET-Trofee?
Wat zijn klimaatadviseurs?
Wat is het Platform energietransitie Gebouwde Omgeving?
Nieuwbouw
Welke afspraken heeft VROM gemaakt met marktpartijen over de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen?
Stimuleert VROM energiezuinige nieuwbouw ook via subsidies en andere regelingen?
Hoe zuinig moeten nieuwe gebouwen zijn?
Zijn er al woningen gebouwd met een EPC van 0,8 of minder?
Zijn woningen met een EPC van 0,8 of minder veel duurder?
Welke maatregelen zijn nodig om een woning met een EPC van 0,8 te bouwen?
Worden de energieprestatie-eisen voor woningen nog verder aangescherpt?
Waarom worden de energieprestatie-eisen voor utiliteitsgebouwen aangescherpt?
In welke regels worden de nieuwe energieprestatie-eisen vastgelegd?
Welke nieuwe prestatie-eisen zullen gelden voor de verschillende gebruiksfuncties?
Met welke extra kosten en andere effecten gaan deze nieuwe prestatie-eisen gepaard?
Hebben de marktpartijen voldoende tijd om zich voor te bereiden op het bouwen volgens de nieuwe energieprestatie-eisen?
Hoe ver is het proces van voorbereiding van de aanscherping?
Wanneer is een nieuwe aanscherpingsronde te verwachten?
Hoe wordt de energieprestatiecoëfficient berekend?
Zijn de bestaande bepalingsmethoden voor de energieprestatie van woningen en andere gebouwen geschikt voor de toekomst?
Bestaande bouw
Wat is Meer met Minder?
Zal de energiezuinigheid van huurwoningen in de toekomst doortikken in de huurprijs?
Europese regelgeving (EPBD)
Wat is de Europese Richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD)?
Aan welke onderdelen voldoet Nederland al?
Aan welke onderdelen voldoet Nederland nog niet?
Welke gebouwen moeten voorzien worden van een permanent certificaat?
Energieprestatieadvies (EPA)
Wat is een energieprestatieadvies?
Wat is de relatie tussen EPA en het energielabel?
Waar kan ik meer informatie vinden over EPA?
Algemeen

1. Welke voordelen heeft energiezuinig bouwen?Energiebesparing en toepassing van duurzame energie beperken de verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie en gas, en leveren zo een bijdrage aan de vermindering van de Nederlandse uitstoot van CO2. En als u minder gas en elektriciteit gebruikt, scheelt dat ook in uw energierekening. Zie ook de dossiers Klimaatverandering en Energiebesparing. Energiezuinigheid kan ook goed samengaan met comfort en gezondheid. Zo is gezondheidswinst te halen door energiezuinig bouwen van woningen met een energieprestatieco릦ici뮴 (EPC) van 0,8, mits de juiste maatregelpakketten worden gekozen en deze goed worden ontworpen en uitgevoerd. Zie de onderzoeken DHV en TNO onder Publicaties: 'Regeleffecttoets aanscherping EPC woningen' en 'Relatie EPC-niveau en gezondheidsrisico's als onderdeel van het kwaliteitsniveau van gebouwen'. Goed ontwerp, goede uitvoering en inregeling van installaties zijn de verantwoordelijkheid van de marktpartijen (architecten, aannemers, installateurs).

2. Wat wil het kabinet?
Het kabinet wil van Nederland een van de schoonste en zuinigste landen in Europa maken. Het kabinet wil de energie-efficiency van 1% naar 2% per jaar brengen en het aandeel duurzame energie tot 20% in 2020 verhogen. Dit alles binnen het streven om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% terug te brengen ten opzichte van 1990. Binnen Europees verband wordt gestreefd naar gezamenlijke inspanningen als vervolg op het Kyoto-protocol. Het kabinet beschrijft haar ambities in het werkprogramma 'Schoon en Zuinig: Nieuwe energie voor het klimaat'.

3. Hoe belangrijk is goede ventilatie in woningen?
Ventilatie is zowel in bestaande als nieuwe woningen een aandachtspunt. Bij het energiezuiniger en luchtdichter bouwen komt onbedoelde ventilatie via kieren en naden niet meer voor. Een ventilatiesysteem is bedoeld om de kwaliteit van de binnenlucht te waarborgen. Diverse systemen voldoen aan deze eis. Voorwaarde daarbij is wel dat ze goed ontworpen, uitgevoerd, onderhouden en beheerd worden.
Het Bouwbesluit schrijft niet een bepaald ventilatiesysteem voor. Een woning met een EPC van 0,8 of minder is te realiseren met diverse systemen. Een voorbeeld is gebalanceerde ventilatie met hoogrendement warmteterugwinning. Daarbij wordt evenveel lucht toegevoerd als afgevoerd. De toegevoerde lucht wordt voorverwarmd met de warmte van de afgevoerde lucht; dat bespaart energie. Een EPC van 0,8 of minder is ook te bereiken met vraaggestuurde ventilatie. Daarbij is sprake van natuurlijke luchttoevoer en mechanische afvoer. Voor meer details over de mogelijke maatregelen zie http://www.senternovem.nl/epn/10_introductie/10_nieuws/Om de mogelijke gezondheidswinst van energiezuinig bouwen te realiseren moeten bewoners hun woning wel verstandig gebruiken en onderhouden. Dat geldt vooral voor het ventilatiesysteem. Goed ventileren is 24 uur ventileren. VROM heeft drie Postbus 51-campagnes gevoerd over goed ventileren. Zie voor tips het dossier Ventilatie.

4. Wat is 'groene financiering'?

Groene financiering is onderdeel van de Regeling groenprojecten, een gezamenlijke regeling van de ministeries van VROM, Financië® en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De regeling stimuleert duurzame woningbouw (nieuwbouw, herbestemming en renovatie) en utiliteitsbouw door een groene hypotheek of een groene lening. De regeling is bestemd voor particulieren, woningcorporaties en projectontwikkelaars. Zie verder dossier Groen beleggen
Huiseigenaren die hun woning willen renoveren om deze energiezuiniger te maken kunnen bij hun bank een groene (goedkopere) hypotheek kunnen aanvragen.
Met name bewoners van oudere en daardoor vaak minder energiezuinige woningen kunnen hiervan profiteren. De hoogte van het te lenen bedrag is gekoppeld aan het energielabel dat de woning kan krijgen na renovatie. Dit betekent dat naarmate er meer energiebesparende maatregelen genomen worden en het label van de woning verder verbetert, er meer geld geleend kan worden tegen een gunstig tarief.
Afhankelijk van de mate waarin het energielabel van de woning verbetert, is het mogelijk om tegen een gunstig rentetarief 25.000 tot 100.000 euro te lenen. De eigenaar-bewoner kan deze zogeheten groene hypotheek aanvragen bij zijn bank. Met de bank wordt een contract opgesteld over het energieniveau dat gerealiseerd wordt, welke aanvullende voorwaarden gelden en hoe hoog het rentevoordeel is.

5. Welke rol speelt het energie-aspect in 'duurzaam bouwen'?Het rijksbeleid voor duurzaam bouwen is geformuleerd in de beleidsbrief duurzaam bouwen van 16 april 2002 (zie Publicaties). Het beleid kent drie speerpunten: energie, materialen en gezondheid. Doel van energiebesparing en toepassing van hernieuwbare energie is terugdringing van de uitstoot van CO2 door de gebouwde omgeving. Verantwoord materiaalgebruik betekent beperking van de milieueffecten van de materialen die in bouwwerken worden toegepast, en zoveel mogelijk hergebruik. Het waarborgen van een goed binnenklimaat is gericht op de gezondheid van bewoners en gebouwgebruikers. Het binnenmilieu moet zo goed zijn dat het verblijf geen gezondheidsklachten veroorzaakt. 'Gezond' betekent ook dat een gebouw voldoet aan de criteria voor geluidsoverlast en stank (meer info: dossier Geluid en dossier Stankoverlast).
Duurzaam bouwen en verbouwen is ook één van de thema's van de kabinetsbrede aanpak voor duurzame ontwikkeling. Op 19 mei 2008 hebben de minsiters Cramer (VROM) en Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) hierover een brief aan de Tweede Kamer gestuurd.
Zie ook: De regeringsite

6. Kunnen gemeenten extra milieu-eisen stellen aan het bouwproces?
Alle bouwtechnische eisen staan in het Bouwbesluit. Dat besluit geeft een opsomming van minimumeisen op het gebied van bruikbaarheid, veiligheid, gezondheid, energiezuinigheid en milieu. Deze opsomming is volledig. Volgens artikel 122 van de Woningwet kan een gemeente 'geen rechtshandelingen naar burgerlijk recht verrichten ten aanzien van onderwerpen waarin bij of krachtens het Bouwbesluit wordt voorzien'. Zo wordt voorkomen dat gemeenten via privaatrechtelijke weg (bijvoorbeeld bij gronduitgifte) eisen gaan stellen in aanvulling op het Bouwbesluit. Hier biedt de regelgeving gemeenten dus geen speelruimte.
Nu is het zo dat in het Bouwbesluit 'de milieupijler' nog niet is ingevuld. (Let op: de pijler energiezuinigheid is wel ingevuld, zie de energieprestatieco릦ici뮴en voor woningen en andere gebouwen.) Gemeenten kunnen voor het stellen van specifieke milieu-eisen (bijvoorbeeld ten aanzien van materiaalgebruik) een beroep doen op het 'experimenteerartikel' 7a van de Woningwet. Dit artikel biedt de minister van VROM de mogelijkheid om ontheffing te verlenen op het verbod tot het stellen van voorschriften voor duurzaam bouwen. Wordt het verzoek gehonoreerd, dan kan de betrokken gemeente op dit gebied dus eisen stellen. Met het oog op de intenties van het Bouwbesluit zal de minister hier echter terughoudend optreden.
Overigens mogen gemeenten altijd met bouwpartijen meer (= een hoger bouwtechnisch kwaliteitsniveau) afspreken dan in de bouwregelgeving vastgelegd is. Deze afspraken moeten dan wel gemaakt zijn op basis van gelijkwaardigheid en niet vanuit de monopoliepositie die een gemeente heeft bij bijvoorbeeld gronduitgifte.
Op stedenbouwkundig vlak kunnen gemeenten overigens ook duurzaam bouwen bevorderen. Bijvoorbeeld door in het bestemmingsplan of de bouwverordening stedenbouwkundige eisen op te nemen met het oog op duurzaamheid.

7. Wat is de subsidieregeling Duurzame warmte voor bestaande woningen?
In september 2008 is de subsidieregeling Duurzame warmte voor bestaande woningen ingegaan. Deze regeling biedt subsidie voor zonneboilers, warmtepompen en micro-warmte-kracht-koppeling. Particulieren en investeerders in woningen kunnen subsidie aanvragen. Het budget van de regeling is 66 miljoen euro voor de periode van 2008-2011. Doel is om tot en met 2011 in circa 70.000 bestaande woningen de installatie van zonneboilers, warmtepompen en micro-wkk te stimuleren. Voor meer informatie zie http://www.senternovem.nl/duurzamewarmte.

8. Wat is Kompas, energiebewust wonen en werken?
Kompas heeft tot doel bij te dragen aan de kabinetsdoelstellingen voor vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving, zoals vastgelegd in Schoon en Zuinig. Het accent ligt hierbij op de grootschalige inzet van bewezen praktijkvoorbeelden in woningbouw, utiliteitsbouw en lokaal klimaatbeleid. Kompas richt zich met kennis, advies en andere instrumenten op professionele partijen in de bouw. SenterNovem voert in opdracht van VROM/Wonen, Wijken en Integratie 'Kompas, energiebewust wonen en werken' uit. Voor meer informatie zie http://www.senternovem.nl/kompas.

9. Wat is de NET-Trofee?
De NET-Trofee (Nationale Energie Toekomst Trofee) is dé landelijke prijs voor energiezuinig wonen en werken. De prijs wordt jaarlijks toegekend aan een initiatief dat uitblinkt in een energiezuinige aanpak. Met de trofee stimuleert VROM de markt om initiatieven te blijven nemen die de uitstoot van CO2 verminderen. De prijs beloont enthousiaste gemeenten, bouwbedrijven, woningcorporaties en projectontwikkelaars voor energiezuinig wonen en werken. De winnaar van de NET-Trofee krijgt een kunstwerk en 25.000 euro om te investeren in een volgend energiezuinig project. De NET-Trofee past bij uitstek in het programma 'Schoon en Zuinig', waarin zeven ministeries samenwerken om de CO2-uitstoot terug te dringen. De medewerking van marktpartijen is essentieel.
Minister Vogelaar heeft de vierde NET-Trofee op 5 juni 2008 tijdens het evenement KansRijk uitgereikt aan woningcorporatie Oost Flevoland Woondiensten. Deze gaat een wijk in Biddinghuizen op zo'n manier renoveren dat zowel de energiezuinigheid van de huizen verbetert als de leefbaarheid in de wijk. Door de aanpak besparen de inwoners van de 85 huizen gemiddeld 1.200 euro aan energiekosten per jaar en wordt dreigende verpaupering voorkomen. De ambitieuze aanpak om bestaande woningen naar een B-label te brengen is een voorbeeld voor alle corporaties en bouwers, stelt het juryrapport.

10.Wat zijn klimaatadviseurs?
Klimaatadviseurs zijn in diernst van SenterNovem en ondersteunen gemeenten bij het formuleren en uitvoeren van klimaatbeleid voor de gebouwde omgeving.
Voor meer informatie zie: http://www.senternovem.nl/gemeenten.

11. Wat is het Platform energietransitie Gebouwde Omgeving?Het Platform energietransitie Gebouwde Omgeving is één van de publiek-private platforms die in het kader van de transitie naar een duurzame energievoorziening zijn opgericht. Dit platform is geïntalleerd op 30 mei 2006 en wil de transitie naar een duurzame en energiezuinige gebouwde omgeving versnellen. In het platform zijn koplopers uit de wereld van de bouw, opdrachtgevers en gebruikers vertegenwoordigd. Het platform werkt gezamenlijk aan de agenda voor de toekomst:

Versterking van de organisatiekracht en financieringsarrangementen om bestaande gebouwen, zowel particulier als in collectief bezit, aan te pakken;
Versterking van de innovatiekracht door realiseren van pilot-projecten in nieuwbouw, in het onderhoud en bij herstructurering en renovatie;
Flexibilisering en wijziging van rijksregelgeving die aanbod van en vraag naar oplossingen in een hogere versnelling brengen.
Zie ook: http://www.energietransitie.nl.

Nieuwbouw
1. Welke afspraken heeft VROM gemaakt met marktpartijen over de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen?

In het zogeheten lente-akkoord van 22 april 2008 hebben de ministers Vogelaar en Cramer en Neprom, NVB en Bouwend Nederland afspraken gemaakt over energiegebruik in nieuwe woningen. Het doel is dat het energiegebruik in nieuwe woningen en andere gebouwen in 2015 de helft lager is dan nu. Het akkoord is één van de sectorakkoorden die in de nota Schoon en zuinig - Nieuwe energie voor het klimaat is aangekondigd. De nota is in deze kabinetsperiode het uitgangspunt voor het klimaatbeleid.
Download hier het akkoord.

2. Stimuleert VROM energiezuinige nieuwbouw ook via subsidies en andere regelingen?Ja. Voorjaar 2008 heeft minister Vogelaar gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars ondersteund bij een innovatieve aanpak van energiebesparing in woningen. Hiervoor was 4,5 miljoen euro beschikbaar in de Unieke kansen regeling 'Naar energieneutraal wonen'. De regeling gaf subsidie voor de extra investeringen die gemoeid zijn met het toepassen van vernieuwende energiebesparende plannen. Meer informatie.
Deze regeling is inmiddels gesloten. Er komt een structureel programma voor innovatie en opschaling van nieuwe energiebesparingstechnieken bij nieuwbouw en bij renovatie van bestaande gebouwen.

3. Hoe energiezuinig moeten nieuwe gebouwen zijn?
In de bouwregelgeving is vastgelegd dat nieuwe gebouwen moeten voldoen aan bepaalde minimumeisen voor onder meer energiezuinigheid. Deze eis wordt uitgedrukt in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Hoe lager de EPC, hoe zuiniger het gebouw. Voor nieuwe utiliteitsgebouwen (zoals kantoren) gelden de EPC-grenswaarden die per 1 januari 2003 zijn vastgelegd in de bouwregelgeving. Deze grenswaarden verschillen per gebouwfunctie. Voor nieuwe woningen geldt sinds 1 januari 2006 een EPC-grenswaarde van 0,8. Nieuwe woningen moeten dus energiezuiniger gebouwd worden.
Voor de handhaving van de EPN en de toetsing van de EPC bij de bouwvergunningverlening heeft SenterNovem in opdracht van VROM een aantal hulpmiddelen ontwikkeld, waar gemeenten gratis gebruik van kunnen maken. Het gaat om het handboek Handhaving EPN, het computerprogramma EPCheck, checklisten en voorbeeldrapportages. Al deze instrumenten staan op de cd-rom Instrumenten Handhaving EPN, die in het Handboek Handhaving EPN zit. Voor gemeenten is het ook mogelijk om een instructiebijeenkomst over de EPN-instrumenten - en dan met name het computerprogramma EPCheck - te krijgen. De hulpmiddelen zijn ook te downloaden van de website http://www.senternovem.nl/epn/handhaving.

4. Zijn er al woningen gebouwd met een EPC van 0,8 of minder?
Ja, een aantal projecten met de energiebesparende maatregelen en technische uitgangspunten vindt u op: http://www.senternovem.nl/epn/projecten/woningbouw/index.asp.

5. Zijn woningen met een EPC van 0,8 of minder veel duurder?
Om een EPC van 0,8 of lager te bereiken, moeten bepaalde maatregelen genomen worden. Hieraan zijn meerkosten verbonden. Anderzijds vragen energiezuiniger gebouwde woningen minder verwarming en/of koeling en hebben zij op zichzelf dus lagere energiekosten.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de kosten van de maatregelen die nodig zijn om een EPC van 0,8 te realiseren, in vrijwel alle gevallen terugverdiend worden binnen de levensduur van die maatregelen. Het beeld kan nog gunstiger worden bij verdere kostendaling van die maatregelen in de toekomst en bij verdere stijging van de energieprijs.

6. Welke maatregelen zijn nodig om een woning met een EPC van 0,8 te bouwen?
Een woning die voldoet aan de huidige energieprestatieeis van 0,8 kan op verschillende manieren gebouwd worden. Wel is altijd een verstandig pakket van maatregelen nodig, vooral op het gebied van verwarming en ventilatie. Deze keuze begint al bij het ontwerp. Een integrale benadering is nodig van alle bouwkundige en installatietechnische aspecten. Hier ligt een verantwoordelijkheid voor de ontwerper. De maatregelen die minimaal toegepast moeten worden voor een EPC van 0,8 zijn marktrijp en brengen geen extra foutenrisico in ontwerp en uitvoering met zich mee. Diverse publicaties bevatten de kwaliteitseisen hiervoor (zie Publicaties).

7. Worden de energieprestatie-eisen voor woningen nog verder aangescherpt?
Ja. Voor de woningbouw is aanscherping van de EPC voor 2011 voorzien met een kwart, en voor 2015 met de helft ten opzichte van de huidige waarde. Het doel is energieneutrale woningnieuwbouw in 2020. Hierbij is de energievoorziening in balans zodat geen fossiele energie wordt gebruikt. Om dit te realiseren - zonder negatieve effecten voor het binnenmilieu en de betaalbaarheid - moet de bouwsector innoveren.

8. Waarom worden de energieprestatie-eisen voor utiliteitsgebouwen aangescherpt?
Aanscherping van de energieprestatie-eisen voor nieuwe utiliteitsgebouwen (zoals kantoren) levert een bijdrage aan het behalen van de beleidsdoelen op het gebied van klimaat en energie en is onderdeel van het project Schoon en Zuinig.

9. In welke regels worden de nieuwe energieprestatie-eisen vastgelegd?
In het Bouwbesluit 2003. Er is een grote wijziging van dit besluit in voorbereiding, maar daarop wordt niet gewacht. De nieuwe energieprestaie-eisen worden vastgelegd in het Bouwbesluit, vooruitlopend op dit derde wijzigingspakket.

10. Welke nieuwe prestatie-eisen zullen gelden voor de verschillende gebruiksfuncties?
Voor alle gebruiksfuncties zullen met ingang van 1 januari 2009 scherpere energieprestatie-eisen gelden, behalve voor sportfunctie en voor verwarmde logiesfunctie, niet gelegen in een logiesgebouw. Voor deze laatste twee gebruiksfuncties blijven de huidige energieprestatie-eisen gelden. Zie het overzicht.
Het Besluit tot inwerkingtreding is gepubliceerd in het Staatsbad 2008, 373. (PDF, 58 KB)

Gebruiksfunctie Huidige EPC EPC per 1-1-2009
Bijeenkomstfunctie 2,2 2,0
Celfunctie 1,9 1,8
Gezondheidszorgfunctie niet klinisch 1,5 1,0
Gezondheidszorgfunctie klinisch 3,6 2,6
Kantoorfunctie 1,5 1,1
Verwarmde logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw 1,4 1,4
Logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw 1,9 1,8
Onderwijsfunctie 1,4 1,3
Sportfunctie 1,8 1,8
Winkelfunctie 3,4 2,6

11. Met welke extra kosten en andere effecten gaan deze nieuwe prestatie-eisen gepaard?
Onderzoek wijst uit dat aanscherping van de eisen kostenneutraal mogelijk is. Dat wil zeggen dat de meerkosten van de noodzakelijke maatregelen terugverdiend kunnen worden binnenn de afschrijvingstermijn (is de technische levensduur) van de maatregelen.

12. Hebben de marktpartijen voldoende tijd om zich voor te bereiden op het bouwen volgens de nieuwe energieprestatie-eisen?
Ja. Enkele jaren geleden al is deze aanscherping in algemene zin aangekondigd. Een onderzoek uit 2005 leerde dat deze aanscherping kostenneutraal mogelijk was met inzet van overal toepasbare warmtepomptechnieken. Op dat moment is niet tot aanscherping overgegaan omdat in de bouwpraktijk enkele knelpunten werden gesignaleerd bij het toepassen van warmtepompen. Deze knelpunten zijn inmiddels weggenomen.

13. Hoe ver is het proces van voorbereiding van de aanscherping?
Het besluit is inmiddels vastgesteld en gepubliceerd.

14. Wanneer is een nieuwe aanscherpingsronde te verwachten?
In 2017 zullen nieuwe utiliteitsgebouwen de helft energiezuiniger gebouwd moeten worden dan nu het geval is. In dat licht is een volgende aanscherpingsronde van de EPC voor utiliteitsgebouwen te verwachten.

15. Hoe wordt de energieprestatiecoëfficient berekend?
Dit is vastgelegd in NEN-normen. Dit zijn bepalingsmethoden of berekeningsmethoden. Deze normen komen tot stand in samenspraak met alle betrokken marktpartijen en worden uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut NEN.
Voor de bepaling van de energieprestatie van woningbouw geldt de norm NEN 5128:2004. Voor een toelichting hierop zie http://www2.nen.nl/cmsprod/groups/public/documents/bestand/207032.pdf (pdf, 34 KB). Zie verder dossier Bouwregelgeving.

16. Zijn de bestaande bepalingsmethoden voor de energieprestatie van woningen en andere gebouwen geschikt voor de toekomst?
Er is discussie over de bestaande energieprestatienormen, de bepalingsmethoden voor de energieprestatie van woningen en utiliteitsgebouwen. Er wordt daarom gewerkt aan een toekomstbestendige norm, de EPG (energieprestatie van gebouwen). Met de EPG kunnen we van de zeer energiezuinige gebouwen van de nabije toekomst betrouwbaar de energieprestatie berekenen. Zowel voor woning- en utiliteitsbouw als bestaande bouw.

Bestaande bouw
1. Wat is Meer met Minder?
Het plan Meer met Minder is erop gericht gebouweigenaren en huurders van een bestaande woning zo eenvoudig mogelijk, zonder hogere maandlasten en met een gezond binnenklimaat energie te laten besparen. Op 23 januari 2008 hebben de ministers Cramer en Vogelaar hiertoe een convenant gesloten met Bouwend Nederland, Uneto-VNI, EnergieNed en VME. Alle activiteiten van deze partijen moeten er toe leiden dat tot en met 2011 de energieprestatie van minstens een half miljoen bestaande woningen en andere gebouwen wordt verbeterd naar energielabel B of met minstens twee labelklassen. Doel is in 2020 dertig procent energiebesparing in 2,4 miljoen bestaande woningen en andere gebouwen.
Momenteel lopen diverse projecten. Op 26 februari 2009 is Meer met Minder voluit van start gegaan. Zie www.meermetminder.nl en de toespraak van minister Van der Laan op het congres "meer met minder'.
Meer met Minder is tot stand gekomen op initiatief van het Platform Energietransitie Gebouwde omgeving (PeGo) en de energie-, bouw- en installatiebranche. (Zie persbericht met convenant)

2. Zal de energiezuinigheid van huurwoningen in de toekomst doortikken in de huurprijs?
Ja. Naar verwachting gaat in 2009 de energiezuinigheid van huurwoningen een rol spelen bij de hoogte van de maximale huur. De hoogte van de maximale huur wordt bepaald via het puntensysteem van het Woningwaarderingsstelsel. In april 2009 zal een voorstel tot aanpassing van dit stelsel naar de Tweede Kamer gaan.

Europese regelgeving (EPBD)
1. Wat is de Europese Richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD)?
Op 4 januari 2003 is de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) gepubliceerd. Deze EU-richtlijn - in het Nederlands: de Richtlijn energieprestatie van gebouwen - moet leiden tot verbetering van de energieprestaties van de gebouwen in de Europese Gemeenschap.
Volgens de richtlijn moeten de lidstaten:

Een algemeen kader opstellen voor een methodiek voor de berekening van de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen;
Minimumeisen stellen aan de energieprestatie van nieuwe gebouwen en van bestaande grote gebouwen (met een gebruiksoppervlakte van meer dan 1000 m2) die een ingrijpende renovatie ondergaan;
De energiecertificering van gebouwen regelen; bij bouw, verkoop en verhuur moet de eigenaar een energielabel (energielabel) overleggen van maximaal tien jaar oud (zie dossier Energielabel)
De haalbaarheid laten onderzoeken van alternatieve systemen (duurzame energie) bij nieuwbouw met een gebruiksoppervlakte van meer dan 1000 m2;
cv-ketels en airconditioningsystemen in gebouwen periodiek laten inspecteren op rookgasuitstoot en energie-efficië®´ie;
Verwarmingsinstallaties waarvan de ketel een vermogen heeft dat groter is dan 20 kW en die ouder zijn dan vijftien jaar geheel laten keuren.
Verder moeten gebouwen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 1000 m2 waarin publieke diensten worden geleverd voorzien zijn van een zichtbaar energielabel. Het energielabel en de periodieke inspectie moeten op onafhankelijke wijze tot stand komen. Het energielabel wordt ook wel kortweg 'energielabel' genoemd. Zie dossier Energielabel.

2. Aan welke onderdelen voldoet Nederland al?
Nederland voldoet al aan een aanzienlijk deel van de richtlijn. Zo kent Nederland al een rekenmethodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en beschikt Nederland al over wettelijke voorschriften voor de energieprestatie bij nieuwbouw en renovatie. Deze energieprestatie-eisen worden periodiek herzien. Voor de bestaande bouw kent Nederland minimumeisen voor isolatie en ventilatie. Inmiddels zijn de energieprestatie-eisen voor nieuwbouw zo streng dat bij alle gebouwen al alternatieve energiesystemen moeten worden overwogen bij het ontwerp. Ook op dit punt voldoet Nederland dus al aan de richtlijn. Ook kent Nederland al een periodiek keurings- en onderhoudsregime voor cv-ketels met een vermogen van meer dan 100 kW. Nederland vult de keuring van cv-ketels/verwarmingsinstallaties (art. 8 van de richtlijn) in via voorlichting en stimulering. Het verplicht keuren en onderhouden van van grote ketels is in Nederland sedert jaar en dag voorgeschreven op grond van de Wet milieubeheer. En Nederland heeft op 1 januari 2008 het energielabel ingevoerd (zie dossier Energielabel

3. Aan welke onderdelen voldoet Nederland nog niet?
Nederland moet nog de periodieke inspectie invoeren van airconditioninginstallaties met een koelvermogen van meer dan 12 kW. Nederland zal dit ondeerdeel zo spoedig mogelijk invoeren.

4. Welke gebouwen moeten voorzien worden van een permanent energielabel?
Een speciale verplichting geldt voor gebouwen (behalve monumenten):

met een totale gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m2;
waarin een overheidsdienst of overheidsinstelling diensten aan het publiek verleent en
die door veel mensen worden bezocht.
De eigenaar van een dergelijk gebouw is verplicht met ingang van 1 januari 2009 permanent een energielabel te hebben. Dit moet aangebracht worden op een plaats in het gebouw waar het label voor het publiek duidelijk zichtbaar is.

Energieprestatieadvies (EPA)
1. Wat is een energieprestatieadvies?
Een energieprestatieadvies (EPA) is een advies op maat voor eigenaren van bestaande woningen. Het advies geeft aan hoe in de woning energie bespaard kan worden. U krijgt een EPA na een onderzoek door een gecertificeerde EPA-adviseur. Die adviseur komt bij u thuis en kijkt naar de isolatie van vloeren, gevels en dak en naar de apparatuur voor verwarming, ventilatie of koeling van uw woning. De adviseur zet op een rij waar u energie kunt besparen, hoeveel u daarvoor moet investeren en op welke termijn u de investering kunt terugverdienen.

2. Wat is de relatie tussen EPA en het energielabel?
Bij het energielabel krijgt u een aantal energiebesparende adviezen. Dit is een lijst met mogelijke standaardmaatregelen die uw woning energiezuiniger maken. Deze lijst wordt niet specifiek voor uw woning opgesteld. De adviezen in het EPA zijn maatwerk, dus speciaal op uw huishouden afgestemd. Het EPA bevat geen energielabel. Wel is het mogelijk dat de EPA-adviseur (mogelijk tegen gereduceerd tarief) ook een energielabel voor u opstelt.

3. Waar kan ik meer informatie vinden over EPA?
Meer informatie over het EPA vindt u op de site van MilieuCentraal. Daar kunt u ook een lijst met gecertificeerde EPA-adviseurs vinden.

Uw bekeken dossiers
Groen beleggen
Energiebewust bouwen en wonen
Energielabel
Energiebesparing
Gerelateerde dossiers
Bouwregelgeving
Eigenbouw
Energielabel
Groen beleggen
Ventilatie en binnenmilieu
Minister
Eberhard van der Laan Overheid en markt hebben afspraken gemaakt over energiebewust bouwen. Doelstelling is energieneutraal bouwen in 2020.

Meld nieuws